Cyphotilapia frontosa
FAMILIE
Cichlidae (cichliden)
VINDPLAATS
Grote meren in Afrika
GESLACHTSONDERSCHEID
Een kenner ziet bij volwassen dieren kleine verschillen in lichaamsbouw, het vrouwtje is meestal iets voller.
LENGTE
In de vrije natuur, waar de vissen in enorme meren op grote diepten leven, worden deze cichliden soms tot wel 40 centimeter lang.In het aquarium zullen ze doorgaans zelden groter dan 25 tot 30 centimeter worden.
HUISVESTINGDe Cyphotilapia frontosa hoort thuis in grote, ruime aquaria met veel zwemruimte en rotspartijen ter decoratie en als schuilgelegenheid.Hij woelt zo nu en dan in de bodem, maar laat de planten daarbij meestal met rust.Een zand bodem wordt wel o prijs gesteld.Graag hebben ze wat stroming in het aquarium.
SOCIALE EIGENSCHAPPENDeze soort vormt een onafscheidelijk koppel dat samen intrek in een territorium neemt.
Kleinere vissen worden als welkome aanvulling op het menu gezien.
In een groter aquarium (vanaf 1,5 meter) met voldoende schuilmogelijkheden kunnen deze vissen heel goed met één of twee andere (grotere) cichlidenparen samen worden gehouden.
Ook laten de vissen een grote, solitair levende meerval meestal met rust. zoals bv de Pterygoplichthys gibbiceps of de Panaque nigrolineatus.
TEMPERATUUR EN WATERSAMENSTELLING
22-25°C, 9-12 DH, PH 7-8.
Een krachtige motorfilter is noodzakelijk om het water zuiver te houden.
VOEDSEL
Deze vissen geven de voorkeur aan krachtig levend voedsel zoals jonge visjes en rodemuggenlarven.
Stukjes runderhart en mossel of krill vallen goed in de smaak.
Ook bij te voeren met
cichlide pellets.
KWEEK
Deze vissen behoren tot de muilbroeders.
Een hecht paar gaat onder goede omstandigheden vanzelf over tot voortplanten.
Je hoeft hier geen bijzondere zorg aan te besteden.
Nadat de eitjes zijn afgezet, houdt het vrouwtje deze in de bek om ze 'uit te broeden'.
Ze eet tijdens deze periode niet of nauwelijks en daarom horen de vissen al vóór het voortplantingsseizoen (lente) in een optimale conditie te zijn.
De jonge visjes gebruiken de bek van hun moeder als schuilplaats bij gevaar.